De Gasman

Bij de startbijeenkomst van de nationale Energiedialoog (ik was bij die in Leeuwarden, over de gebouwde omgeving) nam ik deel aan een sessie over de rol van gemeentes bij het creëren van aardgasloze wijken. Er zaten mensen bij van energiebedrijven, netbeheerders, Milieudefensie, Greenpeace, gemeentes. We begonnen met stoeien over de probleemstelling. Bij nieuwbouw lukt het best nog wel eens, een gasloze wijk, ook door directe bemoeienis van een gemeente. Daar hoefden we het niet per se over te hebben, ook al gaat dat nog lang niet altijd vanzelf.

Bestáánde wijken, hoe krijgen we die gasloos? En wat zou een gemeente daaraan moeten doen? Aardgasloos, nuanceerde de man van Gasterra, groothandelaar in gas. Het gasnetwerk ligt er, ligt er vaak ook best goed bij – dat kunnen we gewoon blijven gebruiken hoor. Later bracht hij ook nog in dat aardgas een prima brandstof is waar nog lange tijd bijpassende functies voor zullen bestaan, in de industrie, in de elektriciteitsproductie. We zijn voorlopig echt nog niet van het gas af.

Het was een kalme man, hij van Gasterra; laten we hem de Gasman noemen. In dit gezelschap hadden de energiebedrijven (eigenlijk: de warmtebedrijven) het hoogste woord. Greenpeace kwam het best doordacht over, ik liet me ook graag gelden, de anderen kwamen minder aan bod, niet tegen hun zin leek me, ze waren vooral geïnteresseerd. De inbreng van de Gasman bleef me het beste bij. Het gasnetwerk is nog gewoon bruikbaar en aardgas zelf ook. Of, anders gesteld: aardgas is overal aanwezig. Ook in discussies om ervan af te komen.

De bruikbaarheid en het gemak van aardgas kennen we allemaal. Het is een mooie, schone brandstof. Vergelijk het gasfornuis maar eens met de barbecue op houtskool, of met de vuurkorf. Aardgas was de afgelopen halve eeuw gewoon te alomtegenwoordig en vanzelfsprekend om het te zien, om het erover te hebben. Redenen om met aardgas te stoppen moeten dus ook overtuigend zijn. Omdat we het niet meer kunnen maken tegenover onze familie in Oost-Groningen. Om Poetin niet nog meer macht te geven. Omdat we willen stoppen met opmaken wat niet meer terugkomt. Omdat we niet meer willen bijdragen aan de klimaatverandering. Omdat een ruimte op 20°C houden met een gasvlam van 1.000°C ook een vorm van energieverspilling is.

Zo snel als we de Nederlandse aardgasvoorziening ‘uitrolden’ in de jaren ’60, zo snel zullen we ‘m niet terugrollen. De verwarming doet het en is betaalbaar – dus wat is het probleem? En als het dan een probleem is, van wie dan? Aan de keukentafel is het van een andere orde dan aan beleidstafels.

Terug naar de energiedialoog in Leeuwarden. Kunnen gemeentes ervoor zorgen dat bestaande gebouwen van het aardgas af gaan, en als niet: zouden ze dat moeten kunnen, en wat hebben ze dan nodig? We bespraken de nieuwbouw: daar hebben gemeentes enkele instrumenten en bevoegdheden, ook als ze niet eigenaar zijn van de grond die bebouwd gaat worden. Over bestaande gebouwen heeft de gemeente eigenlijk niets te zeggen. Hun macht reikt niet verder dan de stoeptegels. De beheerders van gas-, elektriciteits- en warmtenetten komen verder: tot in de meterkast. De gasnetbeheerder heeft zelf wettelijk de plicht om ook de laatste aansluiting in stand te houden, ook als 99 van de 100 woningeigenaren in een straat hun aansluiting opzeggen.

Gemeentes zouden tenminste de macht moeten krijgen om voor buurten en wijken warmteplannen te maken, werd geopperd, waarin staat wat de toekomstige warmtevoorziening van dat gebied zal zijn en in welk verandertempo. Of tenminste de gasvoorziening uitfaseren en in een open competitie de beste toekomstige verwarmingen boven te laten drijven. Desnoods door in te breken op de economische positie van de gasnetbeheerder, dus ook een gasnet uit de grond laten trekken als dat nog niet aan vervanging toe is? We waren voor verduurzaming, dus ja, dat zou dan een consequentie zijn.

Maar als er dan een duurzaam of CO2-neutraal gas door het gasnet gaat, moet het gasnet dan ook weg? De Gasman. Anders dan de kolenboer en het oliemannetje is hij nog geen schim uit een geromantiseerd verleden. Kijk maar naar artikel 62 uit zijn wet, de Gaswet: Provinciale staten en de gemeenteraad zijn niet bevoegd het transporteren en het leveren van gas in het belang van de energievoorziening aan regels te binden.

Er wordt vanuit de verduurzamingshoek al heel lang geklaagd over het Nederlandse energiebeleid. Dat zou wispelturig zijn, inconsistent, het ondermijnt een fatsoenlijk investeringsklimaat. Onwaar. Nederland voert juist decennialang een uitermate consistent energiebeleid. Rondom onze nationale brandstof aardgas.130620-3

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *