Van argeloos naar aardgasloos

Het aardgasloze Nederland krijgt vorm. Of, nou ja, zo’n vaart loopt het nou ook weer niet. Achter de schermen zijn mensen aan het nadenken over hoe dat dan eigenlijk zou moeten.

Afgelopen zaterdag zat ik middenin zo’n zoekgesprek. Mijn gemeente Utrecht vierde het 1-jarig bestaan van het energieplan van die stad door met de opstellers ervan (een willekeurige groep inwoners, mensen die voordat ze eraan begonnen tamelijk argeloos tegenover het vraagstuk stonden) en met mensen uit ‘het wereldje’, concretere plannen te bakken op de brede bodem van vorig jaar. Bij binnenkomst waren kleur, geur en smaak aanwezig in de vorm van gebakjes bij de koffie.

Ik zat aan de tafel die zich boog over “Aardgasloze gebieden”. Er zaten bekenden en onbekenden van mij en van elkaar, voornamelijk uit het wereldje met soms iemand die vooral bewoner is. Uitgedaagd door de organisatie kwamen we in drie sessies tot analyse, oplossing én plan. Op een vrije zaterdag!

Daarover straks. Eerst een uitstapje naar het regelen van aardgasloze gebieden bij nieuwbouw. Daarvoor bestaan al instrumenten, die onderling echter nauwelijks samenhang vertonen, vrij onbekend en onpopulair zijn en weinig worden toegepast.

         Er zijn twee hoofdregels


Hoofdregel 1: juridisch bindende energie-eisen bestaan alleen op gebouwniveau en enkel bij de nieuwbouw (het energielabel nemen we niet serieus).
Hoofdregel 2: Provinciale staten en de gemeenteraad zijn niet bevoegd de distributie van elektriciteit, gas of warmte in het belang van de energievoorziening aan regels te binden.” Dit komt uit de Wet energiedistributie, die weliswaar sinds 2007 niet meer bestaat maar de geest ervan waart nog rond in de regelgeving.

Dan de instrumenten. Sinds 2001 is er het Besluit Aanleg Energie-Infrastructuur (BAEI) dat gemeentes de bevoegdheid geeft voor een nieuwbouwgebied van tenminste 500 woningen te besluiten wie daar de energie-infrastructuur (voor elektriciteit, gas of warmte) aanlegt. De gemeente hoeft geen grondeigenaar te zijn. Infrastructuur is geen opwekking, aanleg is geen exploitatie en 500 woningen is een forse pluk, maar we hebben een begin.

Gemeentes stellen altijd bestemmingsplannen vast voor gebieden en daar zijn gebieds-energie-eisen in op te nemen. Of dat harde waarde heeft valt ernstig te betwijfelen maar je hebt een aanknopingspunt. Naast een bestemmingsplan dienen gemeenteraden tegenwoordig ook een exploitatieplan vast te stellen. Daar zijn nutsvoorzieningen in op te nemen (in openbaar gebied, dus  niet verder dan de tuinhekjes) en de verdeling van de kosten ervan tussen de diverse grondeigenaren.

En er is sinds een aantal jaren het Warmteplan. Dat is geen echt plan, maar meer de afbakening van een gebied waar de nieuwe gebouwen in principe op een warmtenet moeten worden aangesloten, tenzij ze een energieprestatie hebben die beter is dan huis plus warmteaansluiting zou opleveren. De basis hierbij is dat het warmtenet een hoge energieprestatie het huis in brengt. Individuele oplossingen zijn prima mogelijk, alleen ligt de lat hoger. Competitie tussen systemen en technieken.

Het BAEI gaat over gemeentelijke bemoeienis met de aanleg van infrastructuur. Exploitatieplan over de kostenverdeling ervan. Warmteplan regelt competitie rondom een energieprestatie. BAEI zit in de Elektriciteits- en Gaswet (Economische Zaken). Bestemmings- en exploitatieplan horen bij de Wet ruimtelijke ordening (Infrastructuur & Milieu). Het Warmteplan staat in het Bouwbesluit (Binnenlandse Zaken). VROM is ontmanteld.

Terug naar de bestaande stad

Hoe maken we nu gebieden die al bestáán, vrij van aardgas?

Aan onze tafel zagen we drie hoofdproblemen: economie, kennis en organisatie. Over het gebrek aan kennis en bewustzijn bij onder meer bewoners en installateurs boog een andere groep zich. Wij gingen verder met de kostenplaatjes die niet op elkaar zijn afgestemd van partijen die elkaar niet kennen of opzoeken (eigenaar-bewoner, huurder/verhuurder, netbeheerder, energieleverancier, ketelbedrijf, hypotheekverstrekker, WOZ- en erfpacht-heffer).

Onze oplossing bleek doodsimpel: een afspraak tussen alle betrokkenen dat in (zeg) 2022 in hun buurt géén aardgas meer aanwezig is! Voorzien van handtekeningen van iedereen die ermee te maken heeft. De uitdaging is dan natuurlijk om iedereen zo ver te krijgen. Dat snapten wij ook wel. Daar smeedden we in de slotsessie van een half uur een plannetje voor met als elementen een bierviltje (met de hoofdpunten uit de buurtafspraak), een snelle selectie van de geschikte buurt en een eerste rondgang onder betrokkenen en hup aan de slag.

Als iedereen zegt dat in 2022 het aardgas hier op is, én daarnaar handelt, ontstaan vanzelf de nieuwe economische afspraken. De buurvrouw koopt in 2020 geen vervangende gasketel meer maar huurt er eentje voor 2 jaar. De verhuurders rouleren (mee) met hun ketels. De gasnetbeheerder schrijft en sluit op tijd af. Gezamenlijk worden de nieuwe verwarmingen bedacht en geregeld. Dit onder leiding van een buurtbestuur en (bijvoorbeeld) een gezamenlijk aangestelde regisseur, in afstemming met een stuurgroep op stedelijk niveau.

Gemeentelijke aansturing op het proces, een gebiedseconomie over stoppen met gas en beginnen met iets nieuws, en competitie en overleg over nieuwe verwarmingsopties. BAEI wordt Besluit Aanwijzing EnergieRegisseur, het exploitatieplan wordt de gebiedseconomie voor energie, en de competitie is het Warmteplan. Zowaar, de instrumenten zijn er al. Ze moeten alleen even in een nieuw jas gestopt worden. Misschien die van de Omgevingswet. Misschien een nieuwe. Beginnen doen we alvast.Bierviltje

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *