Hoe organiseren we de verwarmingsverandering?

De energietransitie komt op gang. Zonnepanelen en windmolens zien we steeds meer. Over het sluiten van kolencentrales, ook nieuwe, wordt concreet gesproken. De elektriciteitsvoorziening verandert van karakter.

Een volgende fase is het veranderen van de manier waarop we gebouwen verwarmen. In Nederland gebeurt dat voor het grootste deel op basis van aardgas. Sinds de jaren ’60. Onze eigen voorraad raakt een keer op, het oppompen ervan zorgt voor trillingen in Oost-Groningen, het gebruik ervan zorgt voor CO2-emissie en klimaatverandering, we willen niet al te afhankelijk zijn van onvriendelijke buitenlanden.

 

Er wordt gesproken over warmtetransitie en dat dat nodig is en mogelijk. Op individueel gebouwniveau lukt het soms ook wel, door iemand met voldoende motivatie en middelen. Bij de nieuwbouw lukt het soms ook om nieuwe gebouwen en nieuwe wijken niet op aardgas aan te sluiten.

Hoe we bestaande gebouwen, wijken en steden anders gaan verwarmen, weten we nog niet goed. Gebouweigenaren overtuigen van nut en noodzaak heeft een beperkt effect. Gemeentes hebben anders dan bij nieuwbouw, geen machtsmiddelen. Gasnetbeheerders moeten aansluitingen in stand houden, ook als op 1 bewoner na de hele straat van het gas af wil. We zitten in een impasse.

Ik wil eraan bijdragen om de verwarmingsverandering in de bestaande bouw tot stand te brengen.

Met kennis en ervaring bij de ontwikkeling van energievoorzieningen bij projectmatige nieuwbouw, als adviseur. De sommetjes, de technieken, de partijen, de wetgeving. Met ervaring in de lokale energiewereld, als directeur bij energiecoöperatie Energie-U in Utrecht. Met liefhebberij in de gebouwde omgeving, de mensen, de politiek.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *