Basisles zonnepanelenvelden

Want bij het woord ‘zonneweide’ zie ik iets anders voor me. Een zonnepark of zonneveld, zonder panelen dus, kan natuurlijk ook, en je wekt er de nodige interesse mee op en welwillendheid, maar de afdeling marketing krijgt zijn kans later vast nog wel.

Laten we eerst maar eens kijken of er iets in de markt te zetten valt. Of we een product in handen hebben als we een weiland vol zetten met veel harde blauwe vlakken, schuin opgesteld en met stroomkabels aan elkaar verbonden. Valt daar geld mee te verdienen?

Stroom uit een grootschalige opstelling van zonnepanelen kost ongeveer 15 cent per opgewekte kWh (over de duim gerekend). Dat is flink meer dan dat stroom uit een grote windturbine kost of uit een biomassacentrale, laat staan dat je er de grote kolen- en aardgascentrales mee wegconcurreert. Maar als er klanten voor zijn die het ervoor over hebben, zou het uit moeten kunnen. Zijn die er?

In principe wel. Kleinverbruikers betalen meer dan 20 cent per kWh stroom die ze inkopen. Het is niet voor niets dat steeds meer woningeigenaren zonnepanelen op hun dak monteren, want ook al ligt de kostprijs bij kleinschalige toepassing hoger dan bij grootschalig, zeg rond de 20 cent, als je dat ook betaalt voor stroom uit het net kun je het net zo goed zelf maken.

Stroom uit de wei mag je echter niet zien als zelfgemaakte stroom. Ook als het je eigen wei is. Je brengt het via het openbare net naar huis en over iedere stroom die je van buiten betrekt (eigenlijk: van vóór de meter) dien je energiebelasting af te dragen à 11 cent per kWh. Zo gaat het niet lukken.

Gewoon leveren aan het net gaat ook niet helpen: dan krijg je maar een bedragje tussen 5 en 6 cent, omdat jouw afnemer het ook alleen kwijt kan aan klanten die energiebelasting en netbeheerkosten moeten betalen. Zelfs als je een dak hebt ter grootte van een wei (of in de vorm van een wei, de verbouwde Ikea in Utrecht heeft dat, het dak wordt daar nu gevormd door een voetbalveld met lichtmasten en hekken!), gaat het nog niet goed. Want voor een lage kostprijs is een groot onbelemmerd veld nodig, en voor een hoge ‘vermeden inkoopprijs’ moet je kleinverbruiker zijn. En dat grote veld produceert heel veel meer dan onder de definitie kleinverbruiker valt; als we uitgaan van 1 hectare als rekeneenheid, dan valt er per jaar ruim 400.000 kWh zonnestroom op te wekken, ofwel voor meer dan 100 huishoudens. Of ruim 40 kleinverbruikers die precies 10.000 kWh gebruiken.

Als nu onder dat grote dak, of aan dat veld, een grotere stroomverbruiker huist die wél al die kWh’s kan gebruiken, loop het ook spaak want als grotere verbruiker betaalt hij of zij veel minder per kWh. Alleen aan energiebelasting scheelt dat al 7 cent voor een middelgrote verbruiker tot 10 cent voor een echte grootverbruiker. Voor grote afnemers is zonnestroom dus nog niet zo interessant.

Voor kleinverbruikers wel, en ze doen dat ook steeds meer. Thuis. Maar als ze geen eigen of geschikt dak hebben, zou je het toch met een groot gezamenlijk dak of veld moeten kunnen oplossen? Binnen de huidige Elektriciteits- en belastingwetten niet. Goed nieuws: dat kan binnenkort gaan veranderen! In het Energieakkoord is afgesproken dat kleine verbruikers die in de eigen buurt een coöperatie vormen om een gezamenlijk zonnestroomproject op te zetten, geen 11 maar slechts 3,5 cent energiebelasting hoeven te betalen. Als ze wel gewoon hun totale energierekening even hoog houden, maken ze dus geld vrij voor het zonnestroomproject. Of het genoeg is hangt af van vele factoren, en vooral wordt betwijfeld of dit voordeel lang genoeg zeker gesteld wordt. Want het Belastingplan dat die korting moet gaan regelen, wordt ieder jaar vastgesteld. Gaan financiers op die basis verplichtingen aan?

Een tweede opening wordt mogelijk via de Elektriciteitswet gecreëerd. Er is een wijziging in voorbereiding die het mogelijk maakt dat de komende jaren enkele tientallen experimenten plaatsvinden waarbij niet alle regels uit de E-wet even nauw genomen hoeven te worden. Welke regels precies en onder welke voorwaarden, daarover wordt nu gesproken. Het zou per juli 2014 in kunnen gaan.

Het kan dus best de moeite lonen om alvast te speuren naar geschikte plekken die straks, of misschien binnenkort al, de naam zonneweide gaan dragen. En te denken over een geschikte naam.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *