Dat heb ik op school nooit gehad

Ik zeg nog wel eens graag “dat heb ik vroeger op school nooit gehad”. Vaak als het over moderne techniek gaat, sociale media, handigheidjes op de telefoon (ik heb een smartphone hoor). Tegenwoordig moet ik dat ook wel eens bekennen als het om mijn vakgebied gaat.

Ik heb jarenlang sommetjes gemaakt en bijbehorend advieswerk gedaan over warmtenetten en andere manieren van collectieve energievoorziening. Dat ging altijd over nieuwbouw: een nieuwe woonwijk, een nieuw bedrijventerrein, een nieuwe energievoorziening. De laatste jaren gaat het, gelukkig, eindelijk, ook over de bestaande bouw. Hoe we die een moderne energievoorziening laten hebben (ik wou zeggen: geven, maar dat is van bovenaf gedacht, zo werkt het niet als alles er al is en het tóch anders eh, moet).

Er zijn, zeker ook hier in Utrecht, flatgebouwen uit de jaren ’60 met een collectief verwarmingssysteem dat zo mogelijk nog ouder is dan de gebouwen. Blokverwarming heet het. Ik heb het liever over “de oude flatverwarming”. Een loodgieter die wat verwarmingsbuizen door het flatgebouw trok. Goede meting van het warmteverbruik per flatwoning hoefde toen niet, en kan ook niet eenvoudig meer nu dat wel maatschappelijk de norm is geworden. Ook is een goede verdeling van de warmte niet goed mogelijk. Sommige flatbewoners betalen daardoor nagenoeg niets, andere betalen heel veel teveel.

Die problematiek kwamen we nooit tegen toen we sommetjes maakten over nieuwbouw en de aansluiting ervan op (bijvoorbeeld) een nieuw warmtenet. Heb ik op school dus nooit gehad. Nu hebben we in Utrecht te maken met tientallen flatgebouwen en duizenden bewoners die hiermee kampen. De energiebeleidswereld en de advieswereld waar ik in werkte, kende deze problematiek zijdelings. Bij EPA-adviseurs en mensen die op gebouwniveau werkten, was het al wel bekend. Nu komt het samen.

Een ander onderwerp is biomassa. Dat was altijd goed, als vervanging van aardgas en andere fossiele energiebronnen. Zeker als ervoor gezorgd wordt dat de biomassa (hout, mais, mest, koolzaadolie) die in energie wordt omgezet, weer wordt aangevuld door nieuwe groei.

Een kleine 10 jaar geleden werd hieraan gemorreld, toen bio-olie na een plotse snelle opkomst weer neerging omdat het te discutabel bleek te zijn. Er werden grote plantages en Zuidoost-Azië opgezet voor de productie van palmolie. Toen mensen (milieuorganisaties) ter plekke gingen kijken, gingen er snel alarmbellen af.

Maar houtstook en mestvergisting bleven goed. Al werden bij het gebruik van mais in mestvergisting (in mest zit de energie niet, dat wordt enkel verwerkt) vraagtekens gezet. Mais is gewoon voedsel! Gebruik dan de stengels van de plant. De term tweede generatie biomassa kwam op. Concurrentie met de voedselkringloop. Stop geen voedsel in je benzinetank!

Nu is hout aan de beurt. Ik merk dat de energiesector er nog niet aan toe is om verbranding van hout in energiecentrales op te geven. Goed, op de bijstook van biomassa in kolencentrales is genoeg kritiek om het klein te krijgen, al was het maar om te voorkomen dat het gebruik van de kolencentrales zelf toegestaan blijft worden. Maar het gebruik van houtsnippers en houtpellets (geperste korrels hout) blijft “goed”. Al begrijpt iedereen dat het slepen met hout uit Canada of de VS of Rusland voor de Nederlandse verwarming misschien niet aan alle principes van duurzaamheid voldoet.

Aan certificering wordt gewerkt. Al lang. Duurzame biomassa. We kennen ook al lang het FSC-hout, met verzekerde heraanplant en niet teveel vernielzucht. Nu krijgen we bemoeienis vanuit de ecologische hoek: de bodem behoort te bepalen wat geoogst mag worden, niet onze energiehonger. Bossen (en planten en beestjes) hebben ook rottend hout nodig, bijvoorbeeld. En met hout is meer te doen dan in de fik steken. Zeker nu het denken vanuit een “circulaire economie” opkomt.

Dat is tamelijk nieuw. Voor mij, en ik denk ook voor veel anderen uit de energiehoek. We moeten onze blikken weer eens verruimen. Een duurzame energievoorziening wordt er zo niet makkelijker op, als ieder nieuw alternatief voor fossiel weer zijn eigen kanttekeningen en beperkingen meekrijgt. Het wordt er wel echter duurzaam van. We blijven leren.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *